6/7/02 Van Monodendri naar Vikos
Inmiddels ben ik gearriveerd in Vikos. We hebben er zo'n 6 uur over gedaan, met een groot aantal minipauzes, maar de beloofde lange lunchpauze hebben we maar sterk ingekort vanwege de muggen die dachten dat wij zelf de lunch waren... Het lopen op zich ging goed, ik kan qua tempo prima meekomen gelukkig. De paden varieerden van redelijk makkelijke bospaadjes (weinig) tot een grote steile stenenmassa waar met enige moeite een pad in te zien was (veel). Allemaal losliggende steentjes, met daartussen wat grotere rotsblokken die wel stevig liggen. Vanaf Monodendri zijn we afgedaald de Vikoskloof in. Volgens een bord aan het begin van het pad is het de diepste kloof ter wereld, met een diepte van van 900 m. en een maximale breedte boven van 1 km. (De Grand Canyon is aanzienlijk dieper, dus dat bord begreep ik niet helemaal, maar toch best wel diep!). Wij gingen niet vanaf het hoogste punt naar beneden, maar iets van 700 m. was het wel, denk ik. Het dalen ging vrij vlug, ondanks de lastige paadjes. Eenmaal beneden hebben we de grotendeels droge rivierbedding gevolgd, eerst door de bedding, die bestond uit grote en iets minder grote rotsblokken waar je overheen moest klauteren, en daarna langs een pad dat de rivier volgde. De eerste paar uur was het |
pad vrij slecht, later werd dat beter, alleen moesten we weer helemaal omhoog om in Vikos te komen! Alleen het laatste uur had ik het zwaar (net als iedereen), we waren vlak langs de rivier gekomen (het deel waar wel water stond) en het water zag er zo koel en uitnodigend uit, en we hadden het zo vreselijk warm! Maar aangezien we niet precies wisten hoever het nog zou zijn tot Vikos, hebben we besloten om toch maar verder te gaan, omhoog. Het gevoel kwam me bekend voor van de Grand Canyon: brandende zon en steeds als je denkt dat je er bijna bent komt er een volgende bocht in het pad en blijk je nog een heel stuk omhoog te moeten... En het water begon op raken, heel naar, want we zweetten ons een ongeluk!
Maar gelukkig was er bovenaan in het dorp naast ons hotel ook een terras waar we wat konden drinken. Nou ja, ' wat' : ongeveer een liter de man. En ik heb een grote fles water gekocht, zodat ik morgen voldoende mee kan nemen. In mijn waterzak gaat 1.8 liter, maar dat is dus echt niet voldoende. En nu zit ik op onze kamer me te verheugen op de douche die ik zo ga nemen! Daar ben ik ook wel aan toe, ik stink. De kamer deel ik momenteel met Christine en Nele, de andere alleen reizende dames. Daar kan ik het goed mee vinden, net als met de rest van de groep trouwens. De groep is heel divers qua leeftijd (de jongste is 16, de oudste 62), maar qua conditie gelukkig vrij homogeen. Hoewel, tot onze schaamte was de oudste van het stel als eerste boven... |